“Als we willen dat iets anders moet, moeten we dingen ook echt anders gaan doen.”
“Veiligheid is ingewikkeld, maar wanneer we samenwerken, komt systeemverandering binnen bereik”, zei creatief leider van de Coalition for Safety Tabo Goudswaard bij aanvang van de conferentie. Wil je systemen kunnen veranderen, moet je keuzes kunnen en durven maken. Binnen het veiligheidsdomein kan ontwerpdenken bij het maken van die keuzes bijdragen, constateerde secretaris-generaal bij het ministerie van Justitie en Veiligheid Anneke van Dijk tijdens het eerste gesprek van de conferentie met moderator Goudswaard. “Ontwerpdenken helpt om een probleem anders te benaderen. Door op die andere manier te kijken, is niet het acute probleem je aangrijpingspunt in het zoeken naar oplossingen, maar de waarde waar je voor wilt staan.”
In het zoeken naar zulke oplossingen, zitten ambtenaren die in het veiligheidsdomein werken soms gevangen in de waan van de dag, stelde Goudswaard. Dat hoeft niet noodzakelijkerwijs iets negatiefs te zijn, vond Van Dijk. “Als ik een lekke band heb en dat wil oplossen, ben ik feitelijk ook met de waan van de dag bezig. Maar doordat ik het gelijk aanpak, is het ook toekomstbestendig, bijvoorbeeld omdat ik er dan ook meteen voor zorg dat ik morgen ook ergens op tijd kan komen. Ook gelijk reageren op onrecht in de samenleving, is denk ik een heel natuurlijke reactie.”
Het helpt wel om ook bewust buiten die waan van de dag naar oplossingen te kunnen zoeken, zei Van Dijk. “Binnen ons domein is het belangrijk daar tijd en ruimte voor te kunnen maken. Dat vergt samenwerking. Want je zult over je eigen grenzen heen moeten stappen. Je mag het wat mij betreft ook uitstralen dat je het belangrijk vindt hier de tijd voor te nemen.”
De blinde vlek in stedelijk ontwerp
Bij de conferentie werd vaak stilgestaan bij de keuzes die we moeten maken om veiligheid voor vrouwen te vergroten. Ontwerper en onderzoeker Eva James is deskundige op het inrichten van de publieke ruimte zodat die voor vrouwen prettiger en veiliger voelt. In Nederland is volgens haar een blinde vlek als het aankomt op stedelijke ontwerpen voor vrouwen. “Daar kwam ik achter toen ik een aantal jaar geleden onderzoek deed naar hangen. Waarom wordt er hier in Nederland zo weinig rondgehangen, zoals dat lekker samen gebeurt op pleintjes als in Italië of Portugal? Toen kwam ik erachter dat er al helemaal niet wordt gehangen door vrouwen.” In haar onderzoek vond ze een ontwerpvoorbeeld uit Wenen, een stad die volgens James al jaren een goed voorbeeld geeft. Op een foto die ze toonde, waren jonge vrouwen te zien die in hangmatten hingen in een park. “We weten dat meiden dit fijn vinden: lekker voeten van de vloer én je hebt overzicht.” Er is volgens haar veel werk aan de winkel om meer van dit soort ontwerpen te gaan maken in de openbare ruimte.
“Als je plekken ontwerpt is veiligheid een minimum uitgangspunt”, vervolgde James die het citaat ‘Inequality is spatially reinforced by design, from our systems all the way down to individual public spaces’, toonde in haar presentatie. Ze toonde een statistiek waarin werd gesteld dat 42 procent van de vrouwen zich wel eens onveilig voelt in het openbaar. “Ik vind het schokkend dat ook het gedrag van vrouwen verandert door de manier waarop de openbare ruimte is ingericht. Vrouwen fietsen om in het donker. Ze maken andere keuzes dan mannen. Dat komt omdat onze wereld eigenlijk omgekeerd is ontworpen. Historisch gezien is het zo dat de openbare ruimte vooral door en voor mannelijke stedenbouwers, architecten ontworpen is. Dat terwijl je eigenlijk zou moeten ontwerpen voor de mensen die het echt nodig hebben.”
James toonde een onderzoek dat liet zien dat mannen en vrouwen de openbare ruimte daadwerkelijk anders beleven. Als mannen richting een donkere ruimte lopen, kijken ze vooral naar het midden van die ruimte. Vrouwen zijn geneigd met hun blik vooral de randen af te tasten, vermoedelijk zoekend naar mogelijk onheil. “Als je dat weet, kun je je afvragen of je bijvoorbeeld een Cruyff Court wel midden op een plein moet intekenen. Daarmee duw je meiden echt naar de randen, naar daar waar niemand ze ziet en ze zich onveilig voelen.”
Volgens haar loopt Nederland achter bij het vinden van betere ontwerpoplossingen in de publieke ruimte. “Dus zorg dat dit in tenders en aanbestedingen komt”, pleitte ze. “En zorg ervoor dat je altijd de vraag stelt: hebben we gedacht aan die vrouwen en aan die meiden?”
Slachtofferdevice: meer dan een alarmknop
Een onderwerp dat ook rechtstreeks raakt aan het veiligheidsgevoel van vrouwen, is het slachtofferdevice wat slachtoffers van huiselijk geweld kan beschermen.
Roy Zeestraten van Reclassering Nederland legde uit over deze pilot. Met het draagbare apparaatje kunnen slachtoffers worden gealarmeerd op het moment dat personen die een contactverbod opgelegd kregen en een enkelband dragen tóch in de buurt dreigen te komen.
De introductie zorgde voor een nieuwe werkwijze bij de Reclassering, zei Zeestraten. “Normaalgesproken heeft onze organisatie alleen contact met daders. Door het slachtofferdevice treden we ook in contact met slachtoffers. Dat vergt toch een heel ander soort communicatie”, zei Zeestraten.
Wat veel indruk maakte tijdens de conferentie, was het verhaal van ervaringsdeskundige Carmen (gefingeerde naam). Haar ex dreigde haar kinderen te ontvoeren en haar te vermoorden. Het slachtofferdevice heeft haar veel geholpen, zei ze. In de tijd dat ze het droeg, zijn er zeven keer meldingen geweest dat haar stalkende ex toch in de buurt kwam. “Ik heb dankzij het apparaat mijn leven een beetje teruggekregen”, zei ze. “Ik kan weer ontspannen.”
Ook een goede implementatie van het slachtofferdevice draait om keuzes. Zoals bijvoorbeeld de naam van het apparaat. Uit de zaal kwam de vraag of de naam niet een onnodig negatief frame had. De naam bevestigt namelijk de slachtofferrol van degene die het device met zich meedraagt. Carmen zelf sprak ook niet van een slachtofferdevice. “Ik noem het gewoon een alarmknop”, zei ze.
Een andere belangrijke keuze is het moment van ingrijpen. “Soms kiezen we ervoor dat we een slachtoffer niet bellen”, legde Zeestraten uit. “Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat dader en slachtoffer elkaar kruisen op de snelweg. Het is best lastig om alleen op basis van twee stipjes op een kaart, die staan voor de dader en het slachtoffer, te moeten besluiten dat we overgaan tot melding. We willen koste wat kost voorkomen dat de dader en slachtoffer elkaar treffen, maar willen ook niet te snel ingrijpen, omdat iedere melding impact heeft.” Het publiek werd gevraagd om naar de digitale simulatie te kijken en te gaan staan op het moment dat zij als toezichthouder zouden ingrijpen. Langzaam maar zeker komen steeds meer aanwezigen overeind. Degene die ruimschoots als eerste ging staan was Carmen.
Inner Circle bij JC Zaanstad
Voormalig innovatiemanager Eileen Ruiter van Justitieel Complex (JC) Zaanstad vertelde over de impact die het project Inner Circle daar heeft gehad. Binnen de soms onveilige omgeving van de gevangenis zorgt Inner Circle wekelijks voor een veilige ruimte waar gedetineerden en personeel samen in een cirkel zitten en kwetsbaar mogen zijn.
“De eerste keer zetten we gewoon stoelen in een cirkel en gingen we zitten. En dat was het”, vertelde Ruiter over het bescheiden begin. Het programma is geïnspireerd door een Amerikaans voorbeeld voor zelfherstel. In de cirkel werken deelnemers aan het doorbreken van patronen, verantwoordelijkheid nemen en zelfkennis.
Ook Inner Circle draait om het maken van keuzes. “We merkten dat we misschien nog niet zo goed weten hoe we het bij JC Zaanstand uiteindelijk moeten gaan doen, maar wel dát we iets anders willen dan wat we nu aan het doen zijn. En dat is de keuze die we heel bewust maken”, aldus Ruiter. Die keuze voor verandering heeft bredere innovaties binnen het complex teweeggebracht. Het landelijke innovatieteam van DJI ondersteunt de beweging inmiddels professioneel. Ruiter besloot: “Als je ervoor kiest om het anders te gaan doen dan je het altijd deed, dan krijg je ook niet wat je altijd al kreeg.”
Keuzecafé: kleine keuzes, grote impact
Tijdens een intermezzo dat ‘Keuzecafé’ werd genoemd, voerde Goudswaard spontane gesprekken met verschillende aanwezigen over kleine keuzes die grote impact hebben gehad, over irrationele keuzes die je blij hebben gemaakt en over angst voor spijt in het maken van keuzes. Zo vertelde Mirjam Gaal hoe ze door een paar gevoelsmatige keuzes terecht kwam als trendonderzoeker bij Buro Zorro.
Ivo, UX coördinator bij de politie, vertelde dat keuzes maken soms ook betekent dat je nee kunt of moet zeggen. “Een jaar geleden stond ik ook op een kantelpunt toen ik werd gevraagd om te kijken naar de verduurzaming van onze informatievoorzieningen”, zei Ivan. “De voorwaarden om die rol goed te kunnen vervullen, waren er niet waardoor ik met pijn in mijn hart nee heb moeten zeggen. Een lastig gesprek, maar daarmee wilde ik ook een signaal afgeven. Achteraf gezien, heeft het maken van die keuze me veel ellende bespaard.”
Veiligheid in eigen handen met Woven Streets
De conferentie werd vervolgd door ontwerper Shruti Venkat die Woven Streets belichtte. Woven Streets zijn interactieve sessies waarin de thema’s vrouwveiligheid, surveillance en technologie worden verkend. Via conversaties, het bedenken van mogelijke vergezichten in de maatschappij en het daadwerkelijk maken van sommige ‘wearables’. “Het doel van dit project is om te gaan kijken hoe veiligheid eruit zou kunnen zien als we het terug in eigen handen kunnen nemen. Als we veiligheid voor onszelf kunnen ontwerpen, hoe zou dat er dan uitzien?”, zei ze. “Ik realiseerde me dat er behoefte was aan het creëren van een ruimte waar vrouwen samen kunnen komen en over deze dingen kunnen praten en er iets aan kunnen doen, in plaats van thuis te zitten en zich hulpeloos te voelen.” Dat leverde al verschillende, speculatieve ontwerpen op, zoals een masker waarachter iemand zich veilig zou kunnen voelen. Dit soort objecten zijn volgens Venkat niet noodzakelijkerwijs bedoeld als vermarktbaar product, maar als start van een conversatie. “Soms fungeren de ontwerpen als provocaties. Als iemand zo’n masker ziet en zegt dat ze het echt niet zit zitten om zoiets te gaan dragen, ben je wel alvast begonnen met praten over wat voor soort veiligheid je wilt en welke keuzes je daarin moet maken.”
Lancering 40 + publicaties: van visie naar actie
Innovatie-adviseur Olof Schuring van het Ministerie van Justitie en Veiligheid gebruikte het podium tot slot van de conferentie voor de lancering van de online publicatie: De kracht van ontwerp – Transformeren van veiligheidspraktijken in 40+ casussen. “Het is voor ons als ministerie steeds moeilijker om te leveren wat er van ons wordt gevraagd. En dat betekent dat wij anders moeten gaan werken”, zei Schuring. Volgens hem is ontwerpkracht belangrijk in die andere manier van werken.
De publicatie belicht verschillende inspirerende ontwerptrajecten binnen het veiligheidsdomein. Schuring benadrukte dat alleen het schrijven van een nieuwe visie niet genoeg is. “Als we willen dat we iets anders moet, dan moeten we de dingen ook echt anders gaan doen”, vertelde hij. “We experimenteren daarom bewust met een ontwerpende aanpak. Daarbij leren we van en reflecteren we op dingen die al zijn gedaan en kijken we continu hoe we het toch weer anders en beter kunnen doen.” Zo’n instelling is volgens Schuring wat de organisatie het meest nodig heeft. De publicatie is hier te zien.
Na afloop van de conferentie konden de aanwezigen napraten tijdens de lunch en een bezoek brengen aan ‘Designing Society Expo’ op het Ketelhuisplein.