Twintig jaar geleden zou je Jan van de Venis niet hebben herkend. Een materialist in hart en nieren, gefocust op geld, een betere auto, een groter huis, glimmende gadgets. “Mijn ouders waren altijd aan het werk. Mijn vader was er nooit,” vertelt hij. “Ik wilde ook wat bereiken, dat wilde ik bewijzen aan mijn vader.”

Vandaag de dag staat diezelfde Jan bekend als ombudsman voor toekomstige generaties. Zijn week vult hij met het verdedigen van de rechten van de natuur, het nationaal park, en daarnaast runt hij zijn eigen praktijk voor mensenrechten. Een transformatie die verder gaat dan alleen een carrièreswitch. Wat dreef hem om zo’n ander pad in te slaan, en hoe deed hij dat?

Thuis tussen bomen en diepe tijd

We treffen Jan aan in zijn woning nabij Utrecht, waar de omgeving al veel verteld over zijn nieuwe wereldbeeld. Naast het huis loopt een sloot waar ganzen foerageren onder keurige bomenrijen. In zijn eigen tuin staan ook bomen, vrijer geplaatst, alsof ze zelf hun plek hebben gekozen. Vanuit zijn kantoor op de benedenverdieping kijkt Jan dagelijks uit op dit tafereel.

“Een mens woont gemiddeld zeven jaar in een huis,” begint hij. “Plant je daar een boom, dan overleeft die meerdere generaties bewoners. Van wie is die boom dan eigenlijk?” Het antwoord waar hij naartoe stuurt is simpel: de boom is van zichzelf. “Sommige bomen worden wel duizend jaar oud. Met dat besef ga je ineens een heel andere verhouding aan in het systeem. Je gaat een ander toontje zingen.”

Waar Romeinen eens de grens trokken

Dit besef van diepe tijd strekt zich voor Jan veel verder uit dan alleen de bomen. Dat slootje waar zijn huis aan grenst? Dat was ooit de grens van het Romeinse bezette gebied – werelderfgoed de Limes. “In de eerste eeuwen na Christus was deze kant waarop nu dit huis staat onderdrukt gebied, en aan de andere kant was men vrij,” zegt hij, door het raam wijzend.

Voor de bewoners van toen betekende deze lijn alles: het verschil tussen leven onder Romeinse heerschappij of in vrijheid, tussen het overnemen van vreemde gebruiken of het behouden van eigen tradities. Een grens die levens en culturen bepaalde.

“En dit slootje,” vervolgt Jan, “een tak van de IJssel, is een rivier waar ik eigenlijk al mijn hele leven aan woon. Ik ken hem van bron tot monding.” Het water verbindt hem niet alleen door de tijd, maar ook ruimtelijk. “Dit water stroomde hier al voordat de Romeinen kwamen en verbindt ons met de bron: het Zwitserse Jungfraujoch, ook werelderfgoed. Smeltwater van daar stroomt binnen een paar weken naar Texel.”

Water als levensader, tijd als tijdsader. “Echt hier zijn, echt begrijpen wat de relevantie van onze plek is, dat heeft alles te maken met het begrijpen van deze relaties,” reflecteert Jan. “Het uitzoomen doet beseffen hoe klein je bent.”

Het kantelpunt in Rio

Maar hoe kom je van geld verdienen naar generaties behartigen? “Mijn referentiekader had me een materialistisch pad opgestuurd,” erkent Van de Venis. “Geld en status vond ik belangrijk. Maar doordat ik me meer ben gaan verbinden, werd een switch naar ander werk en vegetarisme ineens heel logisch.”

Het echte kantelpunt kwam in 2012, tijdens een bezoek aan Rio. Daar sprak Dr. Marcel Szabó, de Hongaarse ombudsman voor toekomstige generaties, over internationaal milieurecht en de verantwoordelijkheid van staten tegenover komende generaties. “Wat me raakte was het nieuwe perspectief op de lange lijn,” zegt Van de Venis. “En het mogelijke effect van mijn persoonlijke wensen voor meer en beter, imago en bewijsdrang.”

Hij besefte dat we verantwoordelijkheid dragen. Voor de lijn van tijd. De lijn van water. De lijn van afval, die zodra het de deur uit is ineens niet meer lijkt te bestaan. We lijken te hebben aangeleerd dat niets meer gevolgen heeft.

“Als ik inbreuk kon doen op mensenleven: instant karma. We zijn uit verbinding geraakt met het effect van onze daden”, fantaseert Van de Venis.

Voorouders in het DNA

Dit inzicht zette Jan aan het graven in zijn eigen geschiedenis. “Ik heb mijn hele voorouders in kaart gebracht. Inheems Nederlands en blijkbaar ver, ver down the line viking. Meerdere generaties hebben watersnoodrampen meegemaakt.”

Tegelijkertijd leerde hij over epigenetica. “DNA is een geheugendrager. Dat zeggen ook inheemse culturen.” Trauma’s zoals watersnoodrampen kunnen stressmarkers zijn die generaties lang worden doorgegeven. Een bekend voorbeeld: de ‘hongerwinter baby’s’ – kinderen die in de baarmoeder werden blootgesteld aan de hongerwinter van 1944-1945. Ze dragen daar hun leven lang de biologische sporen van, effecten die zelfs doorgaan naar hun kinderen.

“We moeten af van de overtuiging ‘Ik ken ze niet dus ik heb ze niet in mijn hart,'” stelt Jan. “Want we hebben juist een sterke verhouding. Of dat nou onzichtbaar zit in onze gedragingen, of zichtbaar in onze transformerende invloed op de omgeving.” Het gaat om wat de Engelsen ‘kith and kin’ noemen – niet alleen onze bloedverwanten (kin), maar ook onze bredere gemeenschap en omgeving (kith) die ons vormt en waar we verantwoordelijk voor zijn.

Van emotie naar systemische verandering

“Er moest iets empathisch, emotioneel aan gaan om iets heel bureaucratisch en systemisch te kunnen doen,” legt Jan uit. Nu pleit hij voor het belang van toekomstige generaties en het recht van de natuur in het Nederlandse rechtssysteem. “We adviseren overheden, organiseren sessies over hoe je stille stemmen meeneemt in besluitvorming. We werken aan een Declaration for Future Generations.” Het werk varieert van juridisch tot heel praktisch: waterbronnen die nu schoon zijn schoonhouden, onderzoek naar de Waddenzee, de invloed van AI.

“En gek genoeg, toen werd ik juist heel oordelend – hoezo vlieg jij nog? Waarom koop jij goedkope producten uit China? Dat begon ik bij mezelf op te merken. Tegenwoordig probeer ik te staan waar ik voor sta, met respect dat het kwartje bij anderen soms nog moet vallen.”

"Dit simpele idee, deze regeneratieve gedachte, kan je ook in systemen toepassen, in bedrijven. Je moet je afvragen: wat is de impact van mijn besluit?"
Jan van de Venis

Concrete voorbeelden van generatietoetsing

Een mooi voorbeeld van waar het kwartje viel en de juiste kant op stuiterde komt uit Wales, waar Cardiff een geplande ringweg naar aanleiding van de generatietoets heroverwoog. Uiteindelijk werd het plan van deze ringweg ingeruild voor beter openbaar vervoer. Want zullen we nog wel zo veel met de auto reizen in de toekomst? Het droombeeld van een autoluwer en schoner woongebied voor onze toekomsige generaties werd sturend in huidige besluitvorming.

“In Leiden werd een motie aangenomen dat generatietoets moet worden gedaan, maar die is nog steeds niet ingevoerd. Je hebt iemand nodig die er binnen de gemeente voor gaat staan. Dat mist.” Het blijft persoonsgebonden. “Er moet een stem zijn die binnen de organisatie standvastig is.”

Maar waarom lukt het op sommige plekken wel en elders niet? “Het heeft vaak te maken met slimme systeemkeuzes,” aldus Jan. “Een hokje dat aangekruist moet worden voordat ergens de schop in mag.” Toch is dat niet genoeg. Zo ontstond parallel aan de Rights of Nature-beweging het ‘Onboarding Nature’ , wat private actoren de tools biedt om de stem en rol van de natuur in hun bestuursstructuren te formaliseren en te handhaven.

“Heb je dus al een checklist om toekomstige generaties mee te nemen?”, vragen we. Jan lacht. “Dat vroeg ik ook aan Indigenous gemeenschappen. Dat werd natuurlijk als een heel Hollandse benadering gezien.” Haar antwoord was eigenlijk simpel, het komt neer op: ‘do no harm’ – dat wat we achterlaten, zo achterlaten dat de plek zich kan herstellen.

“Dit simpele idee, deze regeneratieve gedachte, kan je ook in systemen toepassen, in bedrijven. Je moet je afvragen: wat is de impact van mijn besluit?” Het gaat om bewustzijn van onze invloedsfeer. Maar we functioneren voor 97% op de automatische piloot. “Het heeft nog flink wat nodig voordat zulk regeneratief gedrag in dit systeem terechtkomt.”

Waar zijn jullie rituelen gebleven?

Een vraag van diezelfde Indigenous vrouw liet Jan niet meer los: “Waar zijn jullie rituelen gebleven?” Ze benoemde ook een beetje allergisch te worden van de ‘dansjes’ die Nederlanders nadoen, afgeleid van rituelen uit verre tropische landen. Wat is hier eigen? Voordat de Romeinen kwamen moeten jullie rituelen gehad hebben, had ze gezegd. Nederland moet op zoek naar een vorm van ‘re-indigenisatie’ – het terugvinden van de oorspronkelijke verbinding met de plek waar we leven.

“Ken je een joelblok?” vraagt Jan. We moeten toegeven van niet. Het joelblok is een stuk hout dat tijdens het jaarlijkse Joelfeest uit het bos werd gehaald en in de gezinshaard verbrand – een ritueel rond de winterzonnewende, dat tot het einde van de middeleeuwen gebruikelijk was. Het blok hout brandde dan 10 dagen lang, en was het middelpunt van samenkomst, reflectie en verbinding met de elementen.

“Er valt nog heel wat te ontdekken uit onze Hollandse oorsprong. Dingen die ons opnieuw verbinden, die kracht hebben om te resetten en onze automatische piloot te herwinden.” Rituelen zijn niet belerend, Rituelen zijn jouw ervaring,” benadrukt hij.

Meer mens worden

“Een oude man vertelde me ooit: iedereen probeert altijd een beter mens te worden. Maar eigenlijk zouden we meer mens moeten worden. Hoe veel mens kun je zijn? Wat is daarvoor nodig ten opzichte van je plek in de natuur en ten opzichte van anderen? Wat draag ik bij?” Hij pauzeert even. “We danken nergens meer voor, maar veel van wat ons toekomt is niet vanzelfsprekend of zonder offers.”

"De droom is het faciliteren van community, het bijdragen aan processen en onderdeel zijn van kruisbestuiving."
Jan van de Venis

Toekomstrecepten

Die observatie zette Jan aan het schrijven. Samen met een 25-jarige co-auteur werkt hij aan een boek met als werktitel ‘Toekomstrecepten’. “Zij is net 25, zo vertegenwoordigen we verschillende generaties en verschillende perspectieven.” Een bundeling over wat er al gebeurt, wat er nog kan, en wat jij kunt doen vanuit jouw positie.

“De droom is het faciliteren van community, het bijdragen aan processen en onderdeel zijn van kruisbestuiving”, zegt Van de Venis. Tussen generaties, tussen mens en natuur, tussen verleden en toekomst. Want uiteindelijk gaat het niet alleen om onze ‘kin’ – onze bloedverwanten – maar ook om onze ‘kith’: de plek, de gemeenschap, het land waar we thuishoren en dat we willen doorgeven aan hen die na ons komen.