Miriam van der Lubbe - credits: Lisa Klappe

Miriam van der Lubbe leidt een hectisch leven, maar haar prioriteiten zijn glashelder: dingen in beweging krijgen. Ze draagt vele petten – creative head en mede-grondlegger van DDW, adviseur in de Paleiscommissie, co-founder van ontwerpbureau Van Eijk & Van der Lubbe, én, moeder van twee tieners. We ontmoeten haar op het DDW-kantoor in Eindhoven.

“DDW begon in 2000 met niet meer dan een half A4’tje waarop een Design Event stond beschreven,” herinnert van der Lubbe zich. “Ons doel was simpel: het laten uitgroeien tot een event van naam.” Missie geslaagd. Dutch Design Foundation, de organisatie achter DDW, blijft zichzelf heruitvinden om centraal in de ontwerpwereld te blijven staan. Hun nieuwste zet? Het samenvoegen van de programma’s World Design Embassies en What if Lab tot één initiatief: Coalitions. “Zo brengen we kennis en netwerken effectiever samen en versterken we onze impact.”

Van materiaal naar betekenis

De afgelopen 25 jaar bekeken door de bril van DDW laat zien hoe dramatisch onze tijd is veranderd. “Toen DDW in 2000 startte, was ontwerp compleet anders,” legt van der Lubbe uit. “We zijn verschoven van het ontwerpen van materiële dingen naar immateriële ervaringen, van het dienen van private behoeften naar het aanpakken van publieke uitdagingen.” Ontwerpers pakken tegenwoordig vooral maatschappelijke vraagstukken aan in plaats van simpelweg objecten te creëren.

"We werden tegengehouden door het systeem dat we zelf hadden gemaakt."
Miriam van der Lubbe

Deze verschuiving is levendig terug te zien in het werk van Van Eijk & Van der Lubbe, de studio die ze runt met Niels van Eijk. Hun vroege archief (1995-2001) barst van de speelse fysieke concepten. Chocobarbie: een chocoladepop waarvan je lichaamsdelen kon afbreken. Snoepketting: het lijkt op een snoepketting die op kinderfeestjes wordt uitgedeeld, maar deze is bestemd voor volwassenen en bevat o.a. Paracetamol, Rennie en vitamine C. En Woonding: een alles-in-één meubelstuk voor het instant creëren van persoonlijke ruimtes. Elk project ving iets eigenaardigs over de samenleving. “Puur spel!” zegt Van der Lubbe met warme nostalgie.

Hun huidige werk vertelt een ander verhaal – een waarin impact belangrijker is dan nieuwigheid. Ze ontwierpen tentoonstellingen die nauwelijks natuurlijke hulpbronnen aanspreken en werkten aan toekomstvisies voor toerisme in 2030. Een paar jaar terug restructureerden ze hun studio compleet, van 12 medewerkers naar slechts één officemanager. “Het systeem dat we hadden gecreëerd, hield ons tegen. De uitdagingen vroegen om veel meer flexibiliteit.”

Nu werken ze met ‘uppers’ – specialisten die voor specifieke projecten worden ingevlogen. “Het gaat niet om wat iets wordt, maar om wat het betekent,” benadrukt van der Lubbe. Ze ziet zichzelf en DDW steeds meer als regisseurs dan als makers, die visies vormgeven voor complexe uitdagingen. “We zien niet alleen kansen – we creëren ze.”

De kracht van verbinding ontstaat vaak in de eenvoudigste momenten. “Soms duikt de ontbrekende schakel in een project op tijdens de lunch, ergens tussen de boterhammen en komkommer,” merkt ze op. “Zulke verbindingsmomenten verdienen meer ruimte.”

"We hebben moedige opdrachtgevers nodig die niet bang zijn om ruimte te geven en grenzen op te zoeken."
Miriam van der Lubbe

Het geschenk van creatieve vrijheid

Het begrijpen van de waarde van creatieve ruimte komt voort uit het zelf ervaren ervan. Van der Lubbe vond de hare bij Marjan Unger, kunsthistoricus en hoofddocent aan het Sandberg Instituut. “Haar invloed op mijn ontwikkeling kan ik niet negeren,” reflecteert Van der Lubbe. Ungers benadering was radicaal: “Wat je doet maakt me niet uit. Hier heb je geld, tijd en een netwerk.”

Deze vrijheid veroorzaakte aanvankelijk een identiteitscrisis, maar bevrijdde uiteindelijk Van der Lubbes denken. Voor haar afstudeerproject brak ze kunst los uit de elitaire bubbel door een eendaagse tentoonstelling te organiseren die 846.000 Nederlandse huishoudens bereikte via prominente kranten. Haar boodschap was simpel: “Als je mee wilt beslissen over het cijfer, kun je deze bon invullen.”

Ungers gedurfde aanpak weerklinkt in Van der Lubbes filosofie van vandaag: “We hebben moedige opdrachtgevers nodig die niet bang zijn om ruimte te geven en grenzen op te zoeken.”

Drie doosjes op maandagochtend

Na 25-plus jaar van creëren, exposeren, publiceren en opslaan, besloten Van der Lubbe en Van Eijk hun archief onder ogen te zien. In hun Geldropse kantoor vulden rijen dozen de zolder met decennia aan projecten. Twee jaar geleden begonnen ze aan de voortdurende taak om alles door te spitten.

“Samenwerken met het Nationaal Archief opende mijn ogen voor het belang van terugkijken,” zegt Van der Lubbe. Het Nationaal Archief, dat alles huisvest van Nederlandse oorlogsgeschiedenis tot infrastructuurverslagen, werkt als een geoliede machine. “Wat je ook opvraagt uit de geschiedenis, ligt binnen 20 minuten voor je neus – alles is vindbaar en bruikbaar. Het verleden verbindt direct met het heden.”

Maar archiveren betekent meer dan opslaan – het betekent betekenis begrijpen. Elke maandagochtend zet hun officemanager Pien drie of vier dozen klaar voor doorname. “Zo veel werk! Maar ook verrassend heerlijk om dingen te herontdekken,” geeft Van der Lubbe toe, verscheurd tussen vermaak en lichte schok.

Elke doos onthult de geest van zijn tijd. “Je kunt de hele beweging door het ontwerpveld traceren in deze dozen. We werden geleidelijk strategischer in ons denken over de wereld… maar uiteindelijk werd pure strategie zo dominant dat het uit proportie groeide.” Het archiveringsproces onthulde een cruciale inzicht: ze moesten strategisch denken weer vertalen naar ervaringsgerichte, tastbare toepassingen.

Het ritueel belichtte ook iets dat ontbrak. “Alles is fysiek, maar we archiveren de verhalen erachter niet. Elke doos opent een vloed van herinneringen en verhalen – daar ligt de echte waarde.”

Toerisme als probleemoplosser

Van der Lubbe ziet een 2030 voor zich waarin elke Nederlander profiteert van toerisme – geen kleinigheid gezien de huidige uitdagingen. Toeristische hotspots landelijk hebben serieuze problemen: motorlawaai dat Limburgse landschappen verstoort, luiers gedumpt in Giethoornse brievenbussen. Mensen willen blijven reizen, leren en ontdekken, maar hoe balanceren we dit met gemeenschapsbehoeften?

“Ontwerpdenken kan toerisme hervormen als instrument voor het oplossen van lokale uitdagingen,” stelt Van der Lubbe. “Toerisme kan bijdragen aan oplossingen voor alles, van regionale achteruitgang tot natuurrampen.”

Neem invasieve soorten zoals rivierkreeften, die Nederlandse wateren domineren zonder natuurlijke vijanden. Vergelijkbare problemen bestaan met damherten, muskusratten en ganzen – momenteel bestreden door jacht of vergassing. Waarom geen restaurants creëren die specialiseren in hyperlokale keuken die toevallig ook ecologische problemen oplost? Strategisch denken op zijn best.

Maar implementatie blijft de grootste horde. “De weg van idee naar realiteit is lang en frustrerend,” merkt Van der Lubbe op. Invasieve soorten voldoen vaak niet aan voedselveiligheidsnormen, juridische kaders lopen achter op innovatie, en culturele weerstand is diepgeworteld – weinig mensen hebben zin in muskusrat, ongeacht de milieuvoordelen.

Zelfs met universele steun vraagt betekenisvolle verandering om volharding en betrouwbare partnerschappen. “Je kunt gelijk hebben over iets, maar als je medewerkers steeds vervangen worden binnen organisaties die je zouden moeten helpen, wordt vooruitgang een gevecht.”

Het lange spel

Sommige uitdagingen vereisen onuitputtelijke toewijding – iets wat niet iedereen bezit, en Van der Lubbe vindt dat dit aangepakt moet worden. “Ik ben van nature ongeduldig, wat twee kanten heeft. Ik ben zelden tevreden met mijn werk en kan prestaties niet makkelijk vieren. Maar ik heb die drive ook nodig om vol te houden door wrijving en frustratie.”

Juist die frustratie met trage systemen en onbetrouwbare partners dreef haar ertoe de controle te nemen. Ze had een platform nodig dat netwerken kon faciliteren en met gemotiveerde bedrijven en ontwerpers moedige nieuwe gebieden kon verkennen. Iets zoals DDW – een ruimte waar creatieve moed kan bloeien en betekenisvolle verandering wortel schiet.

De Generatiedenkers

De interviewreeks is onderdeel van Design for Generations: een uitgebreide verzameling van projecten, ontwerpen, tradities en ideeën die generatie-overstijgend zijn.

De interviews zelf zijn een verkenning in de breedste zin; over wat de term generatiedenken voor ons als ontwerpers en ontwikkelaars kan betekenen. Deze reeks is zowel een interne- als externe zoektocht die wij zelf als ontwerpers voelen; wanneer is iets goed voor de echte lange termijn? Is onze ontwerpsector juist de oorzaak van dat korte termijn denken wanneer ons verdienmodel het bedenken van nieuwe dingen is? Wat zouden we anders doen als we beter beseffen wat onze rol als voorouder werkelijk is, of welke beslissingen zouden anders uitvallen als we het welzijn van onze verre familie mee zouden wegen in de keuzes van nu. Is het doorbreken van korte termijn denken überhaupt noodzakelijk, of zijn we toch al lang te laat? Wat is het nalatenschap van onze ontwerpwereld?

Design for Generations is een project van Verveeld � Verward, mede mogelijk gemaakt door Dutch Design Foundation en alle ontwerpers en denkers die hebben bijgedragen. 

Volg Design for Generations
@design.for.generations
designforgenerations.org